Tijdens de TopCore presentatie (vernoemd en gemodelleerd naar TopGear, in een knipoog naar het evenement later die avond) legden Mark Brailey, director of strategy Intel EMEA en Roger Benson, algemeen directeur Intel Noord-Europa, uit hoe de processoren in elkaar steken.
De twee duurdere processoren, de i5 en i7, beschikken over Turbo Boost technologie. Hiermee kijkt de processor als het ware naar de activiteit van de computer en reageert hierop. De i7 zorgt bijvoorbeeld voor een extra adrenalineboost wanneer blijkt dat de gebruiker veel activiteiten en programma’s tegelijkertijd uitvoert.
Beide series processoren beschikken ook over Hyperthreading technologie. Dit is een vorm van multitasking binnen in de computer. Nu gaat niet meer een ‘thread’ of datastroom door een processorkern, maar zijn dat er twee, voor twee keer zo veel verkeer. De pc heeft zo twee echte kernen en twee ‘virtuele’ kernen. De computer reageert daardoor snel, ook terwijl hij met vanalles bezig is.
De i3 is de eenvoudigste variant van de processorfamilie, zonder deze technische hoogstandjes. Deze is dan ook het meest geschikt voor mensen die vooral e-mailen, een beetje internetten en documenten maken en die minder veeleisend zijn (qua dataverkeer) dan bijvoorbeeld verstokte gamers, downloaders en multitaskers. De i5 is er voor mainstream gamers (casual games) die geen speciale extra grafische kaart nodig hebben. De ingebouwde grafische processor zorgt al voor meer beeldkwaliteit.