Echter, het merendeel doet dit vooralsnog niet omdat deze groep sterk geremd wordt door grote verschillen in regels. Winkeliers ervaren grensoverschrijdend handelen als te moeilijk en te kostbaar. De Nederlandse winkeliers zijn het er wel over eens dat er nog een groot groeipotentieel is.
Guido van Woerkom, vandaag benoemd tot nieuwe voorzitter van Detailhandel Nederland[1]: “De handelsgeest van Nederlandse winkeliers is indrukwekkend, maar het is teleurstellend dat er in Europa na bijna 25 jaar nog altijd zoveel barrières om te ondernemen zijn.” Uit het onderzoek komt naar voren wat de vijf belangrijkste argumenten zijn voor winkeliers om niet de grens over te gaan:
Top 5 belemmeringen voor winkeliers
1 Te hoge transportkosten
2 Verschillen in regels voor btw en accijns
3 Te weinig kennis van de lokale markt
4 Te hoge opstartkosten
5 Verschillen in regels voor consumentenbescherming
Eén winkelier die wordt gevraagd naar de reden waarom hij niet grensoverschrijdend wil handelen, omschrijft het als volgt: regeltjes, regeltjes, regeltjes. Zo is het brandveiligheidsvoorschrift voor meubels in Engeland strenger dan in de rest van de EU. In Frankrijk worden andere eisen aan verpakkingsmateriaal van keukenspullen gesteld dan in de rest van Europa. En soms is er zelfs de hoop dat de webverkopen in december achterblijven omdat anders de btw-eisen voor het jaar erop nog zwaarder worden. Van Woerkom: “Het is doodzonde dat voorbeelden zoals deze de groei van het grensoverschrijdend ondernemen in de weg staan.”
Detailhandel Nederland benoemt dat het hoog tijd is dat zowel de EU als nationale overheden hun verantwoordelijkheid nemen om de afspraken voor een gezamenlijke markt waar te maken. Hierdoor ontstaat meer concurrentie, meer innovatie en een nog beter assortiment tegen scherpere prijzen.