Vroeger, toen internet nog geen vanzelfsprekendheid was, had ik misschien ook wel een beetje gelijk. Virusoverdracht vond voornamelijk plaats via diskettes – kent u die nog? – met besmette software. Hoe minder ‘vreemde’ diskettes met twijfelachtige content er in een computer werden gestoken, hoe kleiner de kans op besmetting. Zelfs toen het internet net een beetje populair begon te worden, was het nog betrekkelijk simpel om zonder virusscanner aan de ergste gevaren te ontsnappen. Tegenwoordig is het zo makkelijk niet meer.
De fabrikanten van de grote besturingssystemen en browsers zijn al jaren verwikkeld in een felle strijd met de makers van malware. Hackers met kwaadaardige bedoelingen zijn actief op zoek naar fouten in software die ze kunnen gebruiken om malware te verspreiden. Deze gaten worden vervolgens gedicht met speciale security patches, waarna diezelfde hackers binnen de kortste keren weer een ander lek vinden. Zelfs het bezoeken van een ogenschijnlijk betrouwbare website kan al genoeg zijn om malware binnen te halen.
Daarnaast wordt de malware steeds gevaarlijker. Moest je in het verleden vooral waken voor flauwe pesterijtjes als dataverlies, vandaag de dag probeert men vooral data te ontvreemden. Dat laatste is mij onlangs – mijn voorzichtigheid ten spijt – overkomen. Via een banner besmet met malware op een doodnormale website nog wel. Het internet is een waar Wilde Westen en ik red het toch echt niet meer zonder anti-virussoftware. Het is tijd om een sheriff in te huren.
Jordi Verdult