Ruim 2twintig procent van de ondervraagde webwinkels heeft al (eens) de stap gezet van verkoop via internet (pure player) naar de combinatie van online en offline verkoop (multi-channel retailer). Vooral een eigen winkel is populair (vijftien procent). Maar ook een winkel in een winkel (shop-in-shop; acht procent) en een tijdelijke winkel (pop-up-store; één procent) komen voor. Voor ongeveer een derde van de webwinkels is en blijft internet het enige verkoopkanaal. Zij hebben geen interesse in het openen van een ‘stenen’ winkel.
Webwinkels die nog geen stenen winkel hebben, zijn het meest geïnteresseerd in een shop-in-shop (43 procent). Een eigen fysieke winkel is voor 38 procent van de webwinkels interessant en 35 procent ziet mogelijkheden in een pop-up store. Van de webwinkels zonder stenen winkel heeft een kwart ooit serieus overwogen om een bepaald soort winkel te openen.
Webwinkels hebben vooral interesse in locaties buiten de hoofdwinkelstraten, waar de leegstand doorgaans groter is. Daarbij zoeken ze overwegend naar de wat kleinere panden (tot honderd m2). Vooral winkelstraten met een eigen gezicht, worden gewaardeerd door webondernemers. Flexibiliteit in huurcontracten en -voorwaarden is een belangrijke voorwaarde om deze ondernemers te verleiden om leegstaande panden in te vullen.
Eind maart 2014 verschijnt een rapport met daarin de resultaten van het onderzoek onder ruim 350 webwinkels. De definitieve resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd tijdens het seminar ‘Vestigingsvoorkeuren van Webwinkels’ dat plaatsvindt op 27 maart 2014 bij de Hogeschool van Amsterdam.
Bron: Emerce.nl