Twee derde Nederlanders bereidt zich niet voor op gerobotiseerde toekomst

Dit blijkt uit een onafhankelijk onderzoek van Tentoo onder bijna 1.500 Nederlanders. 61 procent van de ondervraagden stelt ook dat robotisering met name de flexibele schil van bedrijven bedreigt. Op dit moment maken veel bedrijven gebruik van een flexibele schil, blijkt uit onderzoek eerder dit jaar.

“Zij openen fysieke winkels; niet alleen om meer personen te bereiken, maar ook om het merk een gezicht te geven. Klanten willen iemand in het gezicht kunnen kijken. Dat geeft vertrouwen.”

“Je merkt dat een steeds grotere groep inziet dat de komst van slimme robots onvermijdelijk is”, stelt Paul den Ronden, algemeen directeur van Tentoo. ”Toch verwacht ik niet dat de flexibele schil verdwijnt. Want ondanks dat bepaalde terugkerende kerntaken mogelijk door robots op te vangen zijn, blijft snel en flexibel inzetbaar personeel essentieel om onvoorziene pieken op te vangen. Ook om werkzaamheden te verrichten die buiten de normale bedrijfsvoering vallen. Dit geldt zeker bij bedrijfsvoering waarin persoonlijk contact de basis vormt.”

Persoonlijk contact blijft van belang

58 procent van de Nederlanders geeft aan liever persoonlijk contact te hebben dan een snelle en correcte dienstverlening. Bovendien is het maar de vraag of robots op menselijk niveau kunnen gaan opereren. “Hier zie je de kanttekening bij digitalisering die ook grote online webshops zien”, vertelt Den Ronden. “Zij openen fysieke winkels; niet alleen om meer personen te bereiken, maar ook om het merk een gezicht te geven. Klanten willen iemand in het gezicht kunnen kijken. Dat geeft vertrouwen.”

Twee derde niet voorbereid op gerobotiseerde toekomst

“Veelvuldig wordt in het nieuws gesproken over de mogelijkheden, gevolgen en gevaren van robots en kunstmatige intelligentie”, aldus Den Ronden. In dit licht is het bijzonder te noemen dat twee derde van de Nederlanders niet actief bezig is om zich voor te bereiden op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van ICT en robotisering. Hetzelfde aantal respondenten geeft ook aan niet van plan te zijn zich in de toekomst hierop voor te gaan bereiden.